De gemeente als bevoegd gezag

De gemeente is bevoegd gezag voor het vergunnen van windprojecten tot 5 MW (en vanaf de inwerkingtreding van de Energiewet tot 15 MW). Daarnaast kan de provincie in overleg met de gemeente het bevoegd gezag voor het toelaten van windturbines van meer dan 5 MW overdragen aan de gemeente. Dit kan volgens de Elektriciteitswet “als naar hun oordeel besluitvorming door een bestuursorgaan van een gemeente het project kan versnellen of daaraan anderszins aanmerkelijke voordelen zijn verbonden”.  Het college van burgemeester en wethouders kan daar al dan niet mee instemmen.

 

 

 

Als bevoegd gezag heeft de gemeente een centrale besluitvormende rol met meer invloed op de uitwerking van het project, waardoor het project ook beter aansluit op gemeentelijke toekomstplannen:

  • Regie op de veranderingen in het eigen landschap en de leefomgeving van inwoners. Denk aan:
    • eisen en voorwaarden waar het project aan moet voldoen qua (hinder)normen, fysieke eigenschappen (bv. ashoogte) en opstelling – via instrumenten van de Omgevingswet;
    • wensen van burgers en omwonenden meenemen, bijvoorbeeld: aansturen op 3 of 4 windturbines i.p.v. 5 turbines omdat hier meer draagvlak voor is;
    • extra voorwaarden m.b.t. natuurinclusiviteit.
  • Regie op vorm en mate van het betrekken van eigen inwoners. Denk dan aan
    • eisen aan participatieproces en toezien op informatievoorziening e.d. Hiervoor moet wel participatiebeleid door de gemeente worden opgesteld;
    • eisen ten aanzien van lokaal eigendom.

Als bevoegd gezag heeft de gemeente de kans eisen te stellen aan en later de kwaliteit en inhoud te toetsen van de (milieu)onderzoeken en de plan-/ project-m.e.r.

Het bevoegd gezag kan leges heffen voor de vergunningverlening. In de praktijk kunnen deze hoger zijn dan de door de gemeente gemaakte kosten. Op het totaal van alle vergunningverleningen mogen de legesinkomsten niet hoger zijn dan de uitgaven (kostendekkend). Let op: het is niet toegestaan dat de geraamde opbrengsten van de leges opgenomen in de legesverordening hoger zijn dan de geraamde kosten van de diensten waarvoor de leges worden gevraagd (artikel 229b, eerste lid, Gemeentewet).

Het bevoegd gezag kan ook een financiële bijdrage vragen aan de initiatiefnemer(s) voor ruimtelijke ontwikkelingen. Let op: de windturbines moeten dan wel kunnen worden aangemerkt als bouwwerken geen gebouw zijnde, zoals bedoeld in bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving. Ook moet dan worden voldaan aan bepaalde voorwaarden, zie voor meer informatie Handreiking kostenverhaal en financiële bijdragen Omgevingswet. Eventueel kan deze financiële bijdrage ook verplicht worden gesteld, hier is wel een omgevingsplanwijziging voor nodig.

 

Als de gemeente het bevoegd gezag is, kan zij verantwoordelijk worden gehouden voor het project. Wanneer er geen draagvlak voor een windproject is in de gemeenschap, kan er ook later nog onvrede en wantrouwen zijn vanuit burgers richting het lokale bestuur.

Het meedenken met en beoordelen van een vergunningaanvraag en alle bijkomende procedures kost veel tijd en menskracht. Zeker bij een kleine gemeente kan dit voor langere tijd de portefeuille sterk bepalen. Daarbij zal een kleine gemeente veel moeten leunen op ingehuurde experts. Financieel gezien is dit niet zozeer een risico, aangezien de kosten bij de ontwikkelaar neergelegd kunnen worden.

Als de gemeente het bevoegd gezag is, is zij ook verantwoordelijk voor de handhaving. Dat betekent dat voldoende en voldoende gekwalificeerde medewerkers nodig zijn.

Financiële en/of juridische risico’s (te voorkomen door als gemeente zorgvuldig te handelen):

  • Een anterieure overeenkomst met de windontwikkelaar, die vanuit perspectief van de gemeente niet zorgvuldig is opgeschreven, waardoor de gemeente de kans loopt op te moeten draaien voor kosten die wel bij de ontwikkelaar hadden kunnen worden neergelegd (bv. schadeclaims uit de omgeving of het onderhoud van toegangswegen naar het windproject).
  • Als de gemeente plotseling zonder geldige redenen stopt met medewerking aan een project, waarbij de ontwikkelaar alle benodigde stappen volgens de regels heeft doorlopen. De ontwikkelaar kan dan een civiele procedures tegen de gemeente beginnen en bijvoorbeeld minimaal (flinke) schadevergoeding eisen.
Cookie-instellingen