Landelijke milieunormen

Milieunormen gaan onder meer over de maximale hoeveelheid geluid of slagschaduw. Ze zijn bedoeld om de omgeving te beschermen. Nieuwe landelijke normen zijn in de maak. Voor sommige parken zijn lokaal normen opgesteld. Dat kan nog steeds, zolang de nieuwe landelijke normen niet zijn vastgesteld.

Landelijke normen voor een of twee losse windturbines

Op dit moment gelden de landelijke normen bij nieuw aan te leggen windturbines alleen voor een of twee losse turbines. Deze landelijke normen zijn opgenomen in het Bal (Besluit activiteiten leefomgeving, voorheen: Activiteitenbesluit) en zijn te gebruiken tot er nieuwe landelijke normen zijn vastgesteld. Voor een of twee losse windturbines is geen m.e.r.(-beoordeling) nodig, maar ze moeten wel worden gemeld aan het bevoegd gezag.

Lees meer over de milieubelastende activiteit windturbines in het Bal (IPLO) Deze informatie geldt nu dus alleen voor een of twee losse windturbines.

De voor een of twee losse turbines geldende normen vind je hier in het Bal.

Géén landelijke normen voor windparken vanaf drie windturbines 

Voor windparken van drie windturbines of meer gelden sinds 30 juni 2021 geen landelijke milieunormen meer. De Raad van State oordeelde toen in het Nevele-arrest over een uitbreiding van het windpark in Delfzijl Zuid dat er volgens het Europees recht een uitgebreid milieuonderzoek (ook wel plan-m.e.r.) had moeten plaatsvinden voor deze landelijke normen. De landelijke normen zijn daarom voor windparken van drie windturbines of meer buiten werking gesteld. 

Lees hier meer over de uitspraak Raad van State uitbreiding windpark Delfzijl Zuid en latere uitspraken (IPLO)

Lees hier verder over de gevolgen voor windparken (IPLO)

Proces nieuwe landelijke normen

Het ministerie van IenW werkt aan nieuwe landelijke normen. Zoals nu voorgesteld, gaan de nieuwe regels gelden voor 

  • grote en kleine windturbines (met een rotordiameter van meer dan 2 m) 
  • zowel voor losstaande windturbines als turbines in windparken (twee turbines en meer) 

De concept-normen en het bijbehorende plan-MER zijn op 12 oktober 2023 gepubliceerd. Tot en met 22 november 2023 konden zienswijzen worden ingediend. De beoogde datum van inwerkingtreding van de nieuwe normen is 1 juli 2025. Afhankelijk van de tijd die nodig is voor de verwerking van zienswijzen en de behandeling door de Raad van State en de Tweede Kamer kan dit proces eventueel eerder of later worden afgerond. 

Lees verder over de planning (Platform Participatie)

Wachten op vaststellen nieuwe normen niet nodig

Het is niet nodig te wachten met het maken van plannen voor windprojecten. De onderzoeken en procedures voor een windproject duren lang en het is belangrijk zoekgebieden en/of concrete locaties tot stand te brengen in gesprek met alle belanghebbenden. Het is nog steeds mogelijk om eigen regels op te stellen voor windturbineparken op basis van een eigen plan-m.e.r. De concept-normen kunnen daarbij als leidraad worden gebruikt. Ook als de lokaal opgestelde normen buiten de bandbreedte van de concept-normen vallen, blijven ze geldig, als ze zijn vastgesteld / vergund voordat de nieuwe landelijke normen in werking treden.

 

De nieuwe landelijke milieunormen zijn in concept gepubliceerd in het najaar van 2023 en lagen zes weken ter inzage.

Formele documenten

Lees hier de formele documenten behorend bij het ontwerpbesluit (Platform Participatie)

Belangrijkste veranderingen

Op verschillende onderdelen zijn de concept-normen strenger dan de oude normen. Maar ze bieden - in lijn met de Omgevingswet - op bepaalde aspecten ruimte om binnen bandbreedten eigen afwegingen te maken.

Hieronder een overzicht met de belangrijkste veranderingen.

 Oude normen (buiten werking gesteld voor windparken)

 Nieuwe normen (concept)

 

 Geluid

 

 
  • 47 dB Lden
  • 41 dB Lnight
  • Standaardwaarde: 45 dB Lden en 39 dB Lnight op geluidgevoelig gebouw
  • Lokaal maatwerk mogelijk: Tot grenswaarde 47 dB Lden en 41 dB Lnight
  • Afwegingsruimte voor lagere waarde dan standaardwaarde als aanleiding daartoe op grond van cumulatie geluid of aard van het gebied 
  • Extra toeslag van 5dB bovenop de geluidsnorm voor tonaal geluid
  • Uitzondering voor gebouwen met een functionele binding met het windpark, bijvoorbeeld molenaarswoningen
  • (Geen norm voor laagfrequent geluid)
 

 Slagschaduw

 

 
  • Maximaal 17 dagen en 20 minuten per jaar 
  • Maximaal 6 uur per jaar én max 20 min per dag per slagschaduwgevoelig gebouw
  • Voor objecten met afstand van maximaal 12 x rotordiameter
  • Automatische stilstandsvoorziening (tijd die nodig is om de stilstandvoorziening in te schakelen telt niet mee in de norm)
  • Logboek bijhouden per gebouw verplicht voor exploitant
  • Bevoegd gezag mag afwijken naar strenger, bijv. naar 0 uren
  • Hinderlijke slagschaduw alleen bij instralingsenergie > 120 watt/m2
 

 Externe veiligheid

 

 
  • PR 10 -5 en  PR 10 -6 per jaar voor resp. beperkt en (zeer) kwetsbare objecten
  • Grenswaarde: PR 10 -6 per jaar voor kwetsbare en zeer kwetsbare gebouwen en kwetsbare locaties
  • Standaardwaarde: ook PR 10 -6 per jaar voor beperkt kwetsbare gebouwen en locaties
  • Beperking van het directe risico én het indirecte risico gerelateerd aan het optreden van domino-effecten (bijvoorbeeld nabij buisleidingen en risicovolle bedrijven):  domino-effect niet meer dan PR 10 -6 per jaar
  • Lokaal gezag kan afwijken van de standaard waarde
  • Windturbine > 20 jaar: positief resultaat beoordeling  NPR 8400 verplicht
 

 Obstakelverlichting en -markering

 

 
  • Geen onderdeel van de AMvB windturbines
  • Regels vanuit ILT - Informatieblad
  • Onderdeel van de AMvB onder hoofdstuk veiligheid als direct werkende norm
  • Losse windturbines en windparken
  • Kleur turbines, mast en wieken is wit
  • Verlichting ‘s nachts (rood) en overdag (wit) met vaste of flikkerende lampen
  • Maatwerk mogelijk voor in- en uitschakelen op basis van naderingsdetectie luchtvaartuigen onder toestemming ILT / Advies minister 
  • Verplicht bij turbine
    • hoger dan 150 m tiphoogte
    • in hoogtebeperkingsgebied Schiphol
    • vanaf 100 m tiphoogte in laagvlieggebieden
    • vanaf 100 m tiphoogte binnen 120 meter afstand van aangewezen autosnelwegen of waterwegen
 

Lichtschittering

 

 

 

Lichtschittering moet worden voorkomen door gebruik niet-reflecterende coating of verf

 

 Afstandsnorm

 

 
  • Geen afstandsnorm
  • Tenminste een afstand van 2x tiphoogte tot windturbinegevoelige objecten (= woonfunctie, zorgfunctie met bedden, onderwijsfunctie, kinderopvangfunctie met bedden)
  • Uitzondering alleen mogelijk voor zwaarwegende economische belangen of zwaarwegende andere maatschappelijke belangen (ZEZAM) mits lokaal goed gemotiveerd
  • De afstandsnorm geldt niet voor windmolens die voor inwerkingtreding van de nieuwe normen al waren toegestaan en al op een andere afstand staan (bestaande windturbines / windparken).
 

 

Geluidsnormen

Geluidsnormen gaan over het beschermingsniveau voor omwonenden tegen geluidshinder. Ze worden weergegeven in decibel en worden geformuleerd als wat er bij een gebouw in de omgeving op de gevel maximaal mag worden gemeten. Geluidsnormen zeggen niets over de afstand tussen een windturbine en bebouwing, hoewel een geluidsnorm bij elke turbine wel resulteert in een afstand om aan die geluidsnorm op de gevel te kunnen voldoen.

In de oude normen én in de concept-normen wordt gewerkt met een toegestaan jaargemiddelde voor de dag, de avond en de nacht. De gedachte daarbij is dat normen voor een maximaal geluid niet nodig zijn, omdat windturbines geen piekgeluiden voortbrengen, zoals industrie bijvoorbeeld wel kan doen. In principe zijn de geluidsnormen voor windturbines gelijk aan die voor andere geluidsbronnen. In verband met het swoosh-geluid van turbines, dat als extra hinderlijk kan worden ervaren, was in de oude normen én zal in de nieuwe normen het toegestane niveau van decibel lager zijn dan bij andere geluidsbronnen.

In de concept-normen die in oktober 2023 zijn gepubliceerd, worden naast grenswaarden die overeenkomen met de oude windturbinenormen uit het voormalige Activiteitenbesluit, strengere normen voorgesteld als standaardwaarde, namelijk 45 dB Lden en 39 dB Lnight op geluidgevoelig gebouwen.

Lees verder over geluidnormering windturbines (RVO)

Lees meer over geluid en gezondheid binnen het thema gezondheid.

Afstandsnormen 

De landelijke concept-milieunormen bevatten ook een voorstel voor een afstandsnorm: tenminste een afstand van 2x tiphoogte tot windturbinegevoelige objecten (= woonfunctie, zorgfunctie met bedden, onderwijsfunctie, kinderopvangfunctie met bedden). Hiervan kan alleen worden afgeweken voor zwaarwegende economische belangen of zwaarwegende andere maatschappelijke belangen (ZEZAM), mits lokaal goed gemotiveerd

De afstandsnorm is nieuw ten opzichte van de oude normen. Hiermee wordt invulling gegeven aan de afspraak uit het coalitieakkoord van Rutte IV. Een afstandsnorm is de in meters meetbare afstand tussen een windturbine en een object (bijvoorbeeld een woning). Je kunt op basis van een afstandsnorm als het ware met een passer een cirkel om een woning tekenen; binnen deze cirkel mag dan geen windturbine komen. 

Onderzoeken naar afstandsnormen

Naast 2x de tiphoogte zijn in het plan-MER ook 3x en 4x de tiphoogte onderzocht. Een afstand van viermaal de tiphoogte bij een referentieturbine van 2 MW (235 m) komt neer op een afstand van 940 m en bij een referentieturbine van 4 MW (tiphoogte 280 m) geldt dan een afstand van 1120 m. 

Onderzoek Arcadis naar afstandsnormen

Voorafgaand aan de landelijke plan-m.e.r. heeft Arcadis onderzoek gedaan naar afstandsnormen met betrekking tot normering daarover in diverse andere landen en de eventuele voor- en nadelen ervan. Het rapport laat zien dat de acht onderzochte Europese landen weinig overeenkomsten vertonen in de wijze waarop de afstands- en milieunormen voor windturbines zijn vormgegeven. De normen variëren van twee tot tien keer de tiphoogte en van 300 tot 1.100 meter (waarbij dit in Duitsland bovendien verschilt voor de diverse deelstaten).

Een van de conclusies van het onderzoek van Arcadis is dat een specifieke afstand niet leidt tot een eenduidige waarde voor de geluidsbelasting en voor het slagschaduwniveau. Dat komt omdat er bij zowel geluid als slagschaduw meer meespeelt dan alleen de afstand, zoals het type turbine, opstelling en windklimaat en bodemtype.  Lees hier het rapport 'Onderzoek afstandsnormen windturbines'

Onderzoeken naar ruimtelijke impact en effecten op plaatsingspotentieel

Daarnaast zijn lopende de plan-m.e.r.-procedure twee onderzoeken uitgevoerd naar de ruimtelijke impact van afstandsnormen en eventueel effect op plaatsingspotentieel van windturbines. Je vindt deze onderzoeken op de website van NP RES

Afstandsnormen vs. geluidsnormen

Afstandsnormen zeggen niets over het geluidsniveau in decibel dat bij omringende gebouwen wordt gehoord; dat is namelijk afhankelijk van o.a. het type windturbine (turbines van verschillende producenten hebben verschillende geluidseigenschappen; nieuwere en hogere turbines zijn vaak stiller, etc.), de omgeving (tussenliggende geluidsbeperkende of -versterkende elementen, zoals bodemtype of waterpartijen) en de opstelling (in rijen of verspreid, op een verhoging etc.). Een afstandsnorm geeft geen bescherming tegen specifieke milieuaspecten, zoals geluid, slagschaduw en externe veiligheid. Daarom zijn die aspecten zowel in de oude als in de nieuwe concept-normen apart opgenomen. Het voordeel van een afstandsnorm is dat het makkelijk communiceerbaar en meetbaar is en landelijk een ongeveer gelijke visuele bescherming biedt. Met aanvullende geluidseisen hebben windturbinebouwers een drijfveer om stillere turbines te gebruiken.

 

Slagschaduw en lichtschittering

Met slagschaduw wordt de schaduw bedoeld die ontstaat als de zon tegen de wieken van de windturbine schijnt. Doordat de wieken bewegen, beweegt deze schaduw ook, wat als hinderlijk kan worden ervaren. Ook lichtschittering op zonnige momenten kan hinderlijk zijn voor omwonenden. Dat kan worden voorkomen door niet-reflecterende materialen of door coatinglagen te gebruiken op de onderdelen die de hinder veroorzaken.

Lees meer over slagschaduw op de website van RVO

Lees meer over slagschaduw en lichtschittering op de website van IPLO

Obstakelverlichting

Voor de vliegveiligheid moeten windturbines met een tiphoogte van 150 meter of meer obstakelverlichting hebben. In bepaalde gebieden, zoals dicht bij een vliegveld of in een laagvlieggebied, gelden nog strengere eisen.

Lees meer over obstakelverlichting binnen het thema radar en luchtvaart.

Externe veiligheid

Externe veiligheid met betrekking tot winturbines gaat over de kans op een ongeval met de turbine(s) en het effect daarvan op de mensen in de omgeving van de windturbine(s).

Lees meer over externe veiligheid op de themapagina over dit onderwerp.

In de concept-normen is een windgevoelig object kort gezegd, gedefinieerd als: een gebouw met woonfunctie, onderwijsfunctie, gezondheidszorgfunctie en kinderopvang, waarvan de laatste twee met bed voorzieningen. Zie artikel 5.162a van het Ontwerpbesluit windturbines leefomgeving voor de exacte bepaling van een windturbinegevoelig gebouw (zie de documenten op Platform Participatie).

Overgangsrecht beschrijft wat de artikelen in het voorgenomen Besluit voor bestaande windturbines en voor projecten die in ontwikkeling zijn betekenen. De afweging of overgangsrecht nodig is, maakt standaard onderdeel uit van het proces van regelgeving. Daarbij wordt ook altijd rekening gehouden met de belangen van bestaande bedrijven of ontwikkelaars.

Op basis van een uitgebreide analyse van de concept-normen zijn verschillen te zien in overgangsrecht per milieuaspect. Een jurist van NP RES gaf tijdens een kennissessie een presentatie over wat er in de concept-normen is opgenomen aan overgangsrechten en welke handelingszekerheden daaruit zouden kunnen worden gedestilleerd. Lees hier de presentatie over overgangsrecht (Kennissessie 1 februari 2024).

Of er uiteindelijk overgangsrecht komt en hoe dat overgangsrecht eruitziet, is vervolgens een politieke afweging die op landelijk niveau gemaakt wordt. Daardoor is het nu niet mogelijk om precies aan te geven hoelang een eventueel overgangsrecht gaat gelden.

  • NP RES heeft de gevolgen van de concept-normen op het plaatsingspotentieel inzichtelijk gemaakt, zowel voor de zoekgebieden voor nieuwe turbines, als ook op iets langere termijn voor de bestaande turbines bij repowering. NP RES ziet dat de concept-normen significante consequenties hebben voor de opgave voor duurzame opwek op land, die vastgelegd is in de RES’en. Lees hier de notitie 'Impact milieunormering wind op RES' en de bijlagen.
  • VNG en IPO dienden ieder een zienswijze in. De zienswijze van VNG vind je hier. De zienswijze van IPO kun je hier lezen.
  • De Commissie voor de milieueffectrapportage publiceerde op 24 januari 2024 haar advies over het milieueffectrapport (MER) dat is opgesteld voor de nieuwe normen voor windturbines. Je vindt het advies hier.
  • Tijdens het Congres Regionale Energie en Lokale Warmte op 1 november 2023 reflecteerde Paul Janssen van Pondera Consult op de concept-normen. Zijn presentatie bevat een aantal aandachtspunten en voorbeelden van windparken die met de nieuwe normen niet meer gerealiseerd zouden kunnen worden. Je vindt de presentatie op deze pagina.
  • Op 17 oktober 2023 organiseerde de Helpdesk Wind op Land een bijeenkomst voor bestuurders over de concept-normen. De presentatie, het verslag en Q&A vind je hier (ook interessant voor niet-bestuurders).
Cookie-instellingen