Bestaande windparken zijn windparken met drie of meer windturbines die op 30 juni 2021, de datum van de Nevele-uitspraak, een onherroepelijk verleende vergunning hadden. Dat kunnen windparken zijn die gereed zijn en al draaien of die nog in aanbouw zijn. Deze onherroepelijke vergunningen blijven geldig en op basis van deze vergunningen kunnen de windparken geëxploiteerd (blijven) worden.
Overbruggingsregeling
Op 1 juli 2022 is de overbruggingsregeling voor bestaande windparken in werking getreden. De ‘tijdelijke overbruggingsregeling windturbineparken’ bevat tijdelijke milieuregels voor bestaande windturbineparken. De overbruggingsregeling biedt dezelfde milieubescherming als de vervallen regels voor windturbines in hoofdstuk 3 van het Activiteitenbesluit. Zo is er een duidelijkere juridische borging.
Als de vergunning, het bestemmingsplan of het omgevingsplan na 30 juni 2021 is of wordt gewijzigd, of als er een maatwerkvoorschrift bij besluit wordt opgenomen, is er geen sprake meer van een bestaande situatie. In dat geval kunnen er eigen, lokale milieunormen opgesteld worden.
Besluiten met maatwerkvoorschriften, vastgesteld op uiterlijk 30 juni 2022, dus vóór de inwerkingtreding van de overbruggingsregeling, blijven wel geldig.
De overbruggingsregeling geldt totdat de nieuwe milieuregels in werking treden die het Rijk nu opstelt. Dit is naar verwachting begin 2024. In januari 2024 gaat de Omgevingswet in. De overbruggingsregeling blijft dan van toepassing.
De overbruggingsregeling bestaat uit een wijzigingsbesluit en een wijzigingsregeling. Lees hier de Kamerbrief over de overbruggingsregeling.
Lees hier meer over de overbruggingsregeling (InfoMil).
Intrekkingsverzoeken
In de wet staat de mogelijkheid dat er een verzoek om het intrekken van een omgevingsvergunning kan worden ingediend. Naar aanleiding van het Nevele-arrest is er een aantal intrekkingsverzoeken voor windparken ingediend. Onherroepelijk vastgestelde vergunningen hoeven niet ingetrokken te worden. Volgens de Raad van State is de totstandkoming van de rijksregels voor windturbineparken niet goed gegaan. Voor de vergunningen zelf is veelal een eigen milieueffectrapport (MER) gemaakt. Er is geen juridische grondslag om deze onherroepelijke vergunningen in te trekken. Met de overbruggingsregeling die op 1 juli 2022 in werking is getreden, gelden er tijdelijke algemene milieunormen die dezelfde milieubescherming bieden als de algemene milieunormen die buiten werking zijn gesteld door het Nevele-arrest. De overbruggingsregeling geldt totdat de nieuwe milieuregels in werking treden die het Rijk nu opstelt. Dit is naar verwachting begin 2024.
Lees hier de gevolgen van uitspraak Raad van State per type inrichting (InfoMil).
Juridische motivering niet intrekken verleende vergunningen
De kern van de intrekkingsverzoeken is dat de vergunning in strijd is met het Europees recht en dat dit doorwerkt naar definitief geworden omgevingsvergunningen. De Raad van State heeft niet geoordeeld dat de besluiten waarbij aansluiting is gezocht bij het Activiteitenbesluit in strijd zijn met het Europees recht, maar dat ze in strijd zijn met het in het Nederlands recht (in de Algemene wet bestuursrecht, afgekort Awb) vastgelegde zorgvuldigheids- en motiveringsbeginsel. Dit blijkt ook uit jurisprudentie van het Europees Hof van Justitie dat stelt dat een bestuursorgaan niet terug hoeft te komen op een definitief geworden besluit, ook niet als dit later in strijd blijkt met het Europees recht. De reden hiervoor is dat de rechtszekerheid een belangrijk beginsel is in het Europees recht.