Ten tijde van de uitspraak in 2021 (Nevele-arrest) gaf de Raad van State aan dat provincies en gemeenten hun eigen normen kunnen stellen voor geluid, slagschaduw en externe veiligheid. Dat is niet nieuw. Provincies en gemeenten hadden die ruimte om eigen milieunormen toe te passen altijd al. Uitspraken van de Raad van State bevestigen de mogelijkheden voor het opstellen van lokale normen.
Sinds de Nevele-uitspraak is of wordt, volgens onze informatie, voor circa 20 windparken op land gewerkt aan lokale normen (status: juli 2023). Voor ongeveer de helft hiervan is een vergunning afgegeven. Het kan zijn dat meer gemeenten met lokale normering (willen gaan) werken en dat we daar nog geen zicht op hebben.
We lichten er hier een aantal voorbeelden uit.
Delfzijl Zuid Uitbreiding en Karolinapolder
Decentrale overheden kunnen eigen regels stellen voor windturbineparken op basis van een eigen plan-m.e.r. Deze normen moeten voorzien zijn van een actuele en deugdelijke, op zichzelf staande en op de lokale situatie toegesneden motivatie. Dit is recent herbevestigd door de Raad van State. Uit de uitspraak op 12 april 2023 (Raad van State) bleek dat dit voor twee windparken waarvoor provinciale en gemeentelijke normen waren opgesteld het geval was: uitbreiding van Windpark Delfzijl Zuid en Windpark Karolinapolder.
Voor windpark Delfzijl Zuid Uitbreiding hebben de gemeente Eemsdelta en de provincie Groningen eigen normen toegepast voor geluid, slagschaduw, lichtschittering en externe veiligheid. Het ging hier om een gewijzigd bestemmingsplan en aansluitend een omgevingsvergunning.
Bij Windpark Karolinapolder ging het om een omgevingsvergunning van de provincie Brabant voor vier windturbines. Ook in dit geval werden er eigen normen voor geluid, schaduw en externe veiligheid gebruikt. Voor dit windpark was ook beroep aangetekend bij de Raad van State tegen een natuurvergunning. Op 6 december 2023 werd dit beroep afgewezen. Hiermee is de natuurvergunning onherroepelijk geworden en kan het windpark doorgang vinden.
Beoordeling door de Raad van State
Het is de eerste keer dat de Afdeling gemeentelijke en provinciale normen voor geluid, slagschaduw en veiligheid voor een windpark heeft beoordeeld. De partijen/bewoners die tegen de plannen in Delfzijl en Karolinapolder in beroep gingen bij uiteindelijk de (hoogste) bestuursrechter vinden dat de overheden meer onderzoek hadden moeten doen naar de geluids- en schaduwoverlast en veiligheidsrisico’s en dat dit tot strengere normen had moeten leiden.
De Afdeling bestuursrechtspraak is het daar niet mee eens. Waar moeten de normen van gemeente en provincie aan voldoen volgens de Afdeling? “De normen moeten voorzien zijn van een actuele en deugdelijkede, op zichzelf staan en op de lokale situatie toegesneden motivatie.” Dit is de algemene regel waaraan de Afdeling de normen van gemeente en provincie (en de onderbouwing daarvan) toetst.
Een paar opmerkelijke overwegingen van de Afdeling bestuursrechtspraak in deze twee zaken:
- De gemeente en de provincie hebben op basis van eigen onderzoek en binnen de beleidsruimte die zij hebben, eigen normen voor geluid, slagschaduw en externe veiligheid voor dit windpark mogen vaststellen.
- Daarbij is uitgegaan van de beschikbare, algemeen aanvaarde wetenschappelijke inzichten die er nu zijn. Gemeente/provincie hoeven niet zelf wetenschappelijk onderzoek te laten uitvoeren (omdat bijvoorbeeld de huidige stand van wetenschappelijk onderzoek achterloopt of er gewoonweg nog onvoldoende is, zoals voor amplitudemodulatie en dosiseffectrelatie). Het ligt volgens de Afdeling voor de hand dat dat landelijk wordt opgepakt.
- Gemeente/provincie hebben met de onderliggende onderzoeksrapporten (waarin de laatste stand van wetenschappelijk onderzoek is gebruikt) een belangenafweging gemaakt tussen aan de ene kant het aantal mensen dat bij een bepaalde geluidsnorm mogelijk ernstige hinder van het windpark ondervindt, tegen aan de andere kant de energieproductie die met het windpark wordt gehaald. Dat heeft geresulteerd in een geluidsnorm van 47 dB Lden en 41 Lnight. En daarbij is duidelijk onderbouwd dat een strengere geluidsnorm beperkt effect zou hebben op het aantal mensen dat mogelijk ernstig gehinderd wordt, maar wel tot belangrijk opbrengstverlies van het windpark zou leiden. Daarmee is er sprake van een zorgvuldige belangenafweging die de rechter kan volgen.
- De gemeente en de provincie mochten bij de belangenafweging bij Windpark Delfzijl Zuid Uitbreiding ook rekening houden met het feit dat het gebied waar het nieuwe windpark is gepland, in het provinciale beleid is aangewezen als concentratiegebied voor windenergie.
- Bij Windpark Karolinapolder heeft de Raad van State ook aangegeven dat het college van gedeputeerde staten (provincie) de beslissingsbevoegdheid terug mocht nemen van het college van Steenbergen (gemeente). Deze was eerder juist overgedragen aan gemeente Steenbergen. Het omdraaien van deze beslissing mocht omdat de besluitvorming door gemeente Steenbergen vanaf maart 2019 vertraging opliep.
Het bestemmingsplan en de omgevingsvergunning voor Delfzijl Zuid Uitbreiding en Karolinapolder houden dus stand. Nu ook het bezwaar tegen de natuurvergunning van Karolinapolder is afgewezen, zijn er geen rechtsbeschermingsmogelijkheden meer tegen deze besluiten.
Staphorst, Oss en Maasdriel
In procedures over een windpark in Staphorst en windpark Elzenburg-De Geer in Oss is geoordeeld dat het Nevele-arrest in die zaken niet van toepassing was, omdat de gemeenten eigen, specifieke milieunormen hadden gesteld aan deze windparken. Op 1 november 2023 besliste de Raad van State dat ook de lokale normen voor BurgerWindpark A2 Lage Rooijen in gemeente Maasdriel geldig zijn. Deze casus is toegelicht in een kennissessie.
Meer praktijkverhalen
Kijk hier voor alle praktijkverhalen over lokale windnormen.
Tijdens ambtelijke kennissessies en bestuurlijke bijeenkomsten wordt vaak ook een casus besproken over lokale normen. Een overzicht van alle eerdere sessies en bijbehorende presentaties vind je hier.