Met een levensduur van 20 tot 30 jaar gaan windturbines lang mee. Daarna worden ze vervangen door nieuwe exemplaren. De oude turbines worden gedemonteerd. Als ze in goede staat verkeren, worden ze elders hergebruikt, dit heet ook wel levensduurverlening.
Aan het eind van de levensduur worden de windturbines gerecycled. Dat kan al voor ruim 90 procent van de turbine. Het grootste deel van de turbine is gemaakt van staal, dat goed te recyclen is. Ook andere basismetalen, waaronder koper en aluminium, kunnen goed worden gerecycled. Voor de laatste 5 tot 10 procent van het gewicht van de turbine, namelijk de wieken en andere metalen, wordt hard gewerkt aan recyclingtechnologieën.
De wieken worden wel al gebruikt voor bankjes, speeltoestellen en windwerende vlakken bij snelwegen.
Bekijk een korte video over recycling op NOS.nl
Innovaties
De huidige bladen van windturbines bestaan voor meer dan de helft uit glas- en koolstofvezel en voor 30 procent uit de kunststof epoxy of polyester. TNO ontwikkelde een methode om de vezels uit het turbineblad te halen en te hergebruiken in nieuwe recyclebare producten.
Lees verder op de website van TNO
In Duitsland staat een windturbine met houten wieken. De productie van deze wieken veroorzaakt minder CO2-uitstoot dan wieken van kunststof, glasvezel en hars. Daarnaast zijn ze aan het eind van hun levensduur recyclebaar, bijvoorbeeld als biomassa of als onderdelen voor dakconstructies.
Buyer Group circulaire windparken op land
De Buyer Group circulaire windparken op land stimuleert en versnelt duurzame en circulaire innovaties van windparken in Nederland. De Buyer Group doet praktijkervaring op en wisselt ervaringen met circulaire proefprojecten uit op basis van een gemeenschappelijke marktvisie voor inkopers. Daarnaast passen deelnemende overheden de beleidsvoorstellen om circulaire windparken te stimuleren toe en wisselen ervaringen uit.
Lees meer over de Buyer Group
Bisfenol A / vrijkomende deeltjes door erosie
Windturbines bevatten ook plastic, bisfenol A of andere chemische stoffen. Omwonenden kunnen vragen hebben over of deze stoffen vrijkomen door het draaien van de wieken.
Lees meer hierover bij het thema gezondheid
CO2-uitstoot en levenscyclusanalyse (LCA)
Bij de productie, transport, installatie, exploitatie en ontmanteling van windturbines komen broeikasgassen vrij. Er wordt bij windturbines vaak op gewezen dat de gebruikte materialen bij de winning en bewerking veel milieuschade tot gevolg hebben. Het klopt dat windenergie relatief materiaalintensief is. Daar staat tegenover dat er geen brandstof (olie, gas of kolen) wordt verbruikt. Een relevante vraag is dus: “welke milieueffecten worden veroorzaakt door elektriciteitsopwekking uit wind gedurende de gehele levenscyclus van een windturbine en hoe verhouden deze zich tot andere vormen van energieopwekking?” Hiervoor wordt de zogenaamde levenscyclusanalyse (LCA) methode gebruikt. Deze procedure brengt de milieueffecten van een product gedurende de gehele levenscyclus in kaart, van de winning van grondstoffen tot het einde van de levensduur. In vergelijking met de milieueffecten van fossiele brandstoffen zijn de milieueffecten van windenergie een factor 50 tot 100 kleiner. Energie opwekken met windturbines is dus vele malen duurzamer dan vanuit fossiele brandstoffen.
Lees het artikel over LCA op de website van Nieuwe Energie Overijssel
Milieu Centraal stelt dat een windturbine al binnen ongeveer een half jaar zoveel schone energie heeft opgewekt, dat de CO2-uitstoot van het maken, plaatsen en onderhouden gecompenseerd is. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat de windenergie elektriciteit vervangt die anders zou worden opgewekt via een gascentrale. Kijk je naar de benodigde elektriciteit om een windturbine te maken, te plaatsen en te produceren, dan levert een windturbine al binnen één jaar winst op.