De energietransitie brengt veel veranderingen met zich mee. Veranderingen die ook invloed kunnen hebben op ons welzijn en onze gezondheid. Daarom is het goed om mogelijke effecten te blijven signaleren en onderzoeken. Dat is belangrijk om zeker te weten dat ook de nieuwste generaties windturbines geen nadelige gezondheidseffecten hebben voor de omwonenden.
Het expertisepunt windenergie en gezondheid (RIVM en GGD’en) publiceert elk kwartaal een overzicht van alle onderzoeken die verschenen zijn.
Er is al veel bekend uit (buitenlands) onderzoek, maar het is goed om ook specifiek naar de Nederlandse situatie te kijken. De ministeries van EZK en IenW hebben daarom het RIVM en NIVEL opdracht gegeven om rond Nederlandse windturbines onderzoek te doen.
RIVM
Het RIVM doet onderzoek naar de risico’s in de leefomgeving voor mens en milieu, waaronder risico’s van windturbines. In het verlengde daarvan onderzoekt het RIVM ook de manier waarop mensen risico’s vanuit hun leefomgeving ervaren en de relatie met bijvoorbeeld leefstijl of gedachtengoed.
Literatuuronderzoek
Hinder en slaap zijn de meest onderzochte effecten van windturbinegeluid. Dit weten we hier nu over:
- Uit het overzicht van de wetenschappelijke onderzoeken blijkt dat er een duidelijke relatie bestaat tussen het geluidniveau van windturbines en hinder. Hoe harder het geluid (in dB) van windturbines, hoe meer mensen hinder ervaren.
- Er is geen eenduidig bewijs gevonden voor een relatie met slaapverstoring: met andere woorden de ene studie vindt wel een effect en de andere niet.
- Voor andere gezondheidseffecten zoals hart- en vaatziekten, stofwisselingsstoornissen, mentale gezondheid en cognitieve effecten is niet voldoende bewijs gevonden. Dit kan betekenen dat er geen relatie is, er nog onvoldoende onderzoek gedaan is, het onderzoek van lage kwaliteit is, of dat er tegenstrijdige resultaten zijn.
- Ten slotte laat de literatuur zien dat ook andere factoren de hinder mede kunnen verklaren. Zoals geluidgevoeligheid of houding ten opzichte van windturbines. Zo kunnen omwonenden minder hinder ondervinden van de windturbines als ze betrokken worden bij de plaatsing ervan, er (financieel) voordeel bij hebben of controle kunnen hebben (zoals een knop om de turbine stil te zetten).
Lees verder op de website van het RIVM en bekijk daar ook de uitgebreide Q&A
Blootstelling-responsrelatie-onderzoek
Het RIVM is begin 2024 in opdracht van de ministeries van EZK en IenW gestart met een zogeheten blootstelling-responsrelatie-onderzoek (BR) uitvoeren gericht op de Nederlandse situatie. In dit blootstelling-responsrelatie-onderzoek worden geluidniveaus van windturbines (de ‘blootstelling’) gekoppeld aan de mate van hinder en slaapverstoring (de ‘respons’) bij omwonenden. Een BR-relatie-onderzoek kan behulpzaam zijn bij het schatten van de omvang van de hinder rondom te vervangen of nieuw te plaatsten windturbines. De resultaten worden in 2026 verwacht.
Lees meer over dit onderzoek (RIVM)
Nivel
In opdracht van het ministerie van VWS heeft Nivel een historisch cohortonderzoek uitgevoerd. Dit is een onderzoek op basis van bestaande gezondheidsregistraties van omwonenden van windturbines over een periode van tien jaar (van 2012 tot 2021).Deze huisartsgegevens zijn geanalyseerd, in samenhang met gegevens over het draaien van de windturbines en geluidsniveaus. Daarbij zijn gegevens van dichterbij wonende personen vergeleken met omwonenden verder weg. Het doel was om zo in kaart te brengen of er gezondheidsklachten zijn die vaker voorkomen in de buurt van windturbines (binnen een straal van 500, 1000, 2000 en 5000 meter) en als die turbines draaien. Belangrijk hierbij is dat met deze vorm van onderzoek eventuele gelijktijdigheid kan worden aangetoond, maar niet of er dan ook een oorzakelijk verband is.
De conclusies van dit verkennende onderzoek zijn dat er over de jaren heen geen duidelijke aanwijzingen zijn voor verhoogde gezondheidsrisico’s door wonen in de nabijheid van windturbines of het bijbehorende geluid. Er worden ook geen consistente significante verbanden gezien met meer indirecte gezondheidsgevolgen, zoals hart- en vaatziekten. Deze bevindingen zijn in lijn met eerdere conclusies van het RIVM op basis van internationaal onderzoek dat er geen eenduidig bewijs is dat windturbinegeluid samenhangt met gezondheidseffecten, met uitzondering van hinder en mogelijke slaapverstoring.
Noot: De resultaten van het Nivel-onderzoek moeten voorzichtig geïnterpreteerd worden vanwege de beperkte statistische kracht om verbanden aan te tonen. Dat komt voornamelijk door het relatief beperkt aantal mensen dat binnen 500 meter van een windturbine woont. Daarnaast is het gebaseerd op viercijferige postcodes in plaats van de meer preciezere, maar ook privacygevoelige zescijferige postcodes. Mede daarom beveelt Nivel aan om het mogelijke verband met gezondheidsproblemen te blijven onderzoeken en bij een eventueel vervolgonderzoek de genoemde beperkingen aan te pakken.
Je vindt het rapport hier (Nivel). De Kamerbrief over de gezondheidsverkenning door Nivel vind je hier.
Wachten met windprojecten niet nodig
Er is geen reden om te wachten met de ontwikkeling van windprojecten tot alle gezondheidsonderzoeken zijn afgerond. Er is al veel goede en relevante kennis voorhanden, die een uitstekende onderbouwing biedt voor het opstellen van normen. De gezondheidsonderzoeken van Nivel en het RIVM dragen bij aan het actualiseren, en waar nodig aanvullen, van de bestaande kennis met betrekking tot windturbines en gezondheidsrisico’s. Deze kennis wordt via het Expertisepunt Windenergie en Gezondheid regelmatig aangevuld met relevant (internationaal) onderzoek.
Ook juridisch gezien kunnen windprojecten verder worden ontwikkeld: De Raad van State heeft in meerdere uitspraken over lokaal opgestelde normen benadrukt dat er kan worden gewerkt met de bestaande wetenschappelijke informatie.
Nieuwe landelijke milieunormen en lopend onderzoek
Het Rijk wacht voor het opstellen van nieuw landelijke milieunormen niet op de uitkomsten van nu lopend gezondheidsonderzoek. Het Rijk gebruikt voor het opstellen van de nieuwe landelijke normen de veelheid aan wetenschappelijke kennis, die al beschikbaar is.